Voor mijn Opa Adé. Voor zijn kameraden. Voor gerechtigheid.
Ik was zelf maar een eenvoudige vlootbaal. Matroos 1 ODVB ZM. Geen rang om een standbeeld voor op te richten, maar groot genoeg om te buigen voor wie mij voorgingen. Vandaag draag ik – digitaal, symbolisch, met rechte rug – het KNIL-uniform.

Voor mijn opa. Voor zijn makkers. Voor erkenning die hen werd onthouden.
Mijn opa, Adé Pascoal, vocht voor een vaderland dat hij nauwelijks kende.
Hij vocht voor Nederland.
Ver weg van de Molukken.
Ver van zijn Manadoneze wortels, zijn Pascoal-naam. Ver ook van de Molukse roots van mijn oma Lisapaly.
En wat kregen hij en zijn kameraden na terugkeer?
Kampen. Vernedering. Vergetelheid.
Mijn familie werd heen en weer geschoven: van Staphorst naar Vught, naar Kruiningen en uiteindelijk naar Breda.
Wieringenstraat 55 werd het hart van onze familie. Een plek van hoop, koppigheid en overleven.
Mijn opa — stoer, slim, koppig — belde vaak:
“Opa heeft je nodig, wanneer kom je?
En ik kwam. Voor papierwerk. Voor sigaretten. Maar bovenal: voor hém
Ik ben trots op hem. Mijn grote held. Net als op CB. En op mijn Ome Piet. Mannen van eer, van karakter, van plichtsbesef zonder schouderklopjes.
Vandaag probeer ik mijn opa te eren als ambassadeur van https://knilmolukkersexcuses.nl.
Het is een klein gebaar, vergeleken met wat hij gaf.
Maar het is het minste wat ik kan doen.
Voor excuses. Voor erkenning. Voor hen die hun plicht deden – en daarna werden vergeten.