Over trouw, teloorgang en het geweten van een club
Sommige mensen staan niet in een jubileumboek. Ze zitten niet in commissies, ze laten zich niet horen in vergaderingen en ze staan niet op foto’s bij prijzen of kampioenschappen. En toch zijn ze de club. Zij vormen het kloppend hart, het nuchtere geheugen, het stille maar trouwe fundament waarop een vereniging rust. Bij TSC zijn dat — zonder twijfel — de mannen van de Kop aan de Warandelaan.

Zondag 9 juni 2025, het is bijna half vijf in de middag. Het allerlaatste fluitsignaal op zondag klinkt over het sportpark aan de Warandelaan. Een tijdperk komt tot stilstand. Maar daar — zoals altijd — staan ze. De mannen van de Kop aan de Warandelaan. Geen vlaggen, geen trommels. Wel scherpe blikken, rake commentaren en verhalen die teruggaan tot de jaren dat de boodschappenmand nog écht een mand was. Ze hangen tegen het hek, leunen op hun rollator of zoeken steun bij de ballenvanger. Altijd met zicht op het doel, altijd samen.
Ze hebben de club door de decennia heen zien veranderen. Ze weten wie er echt stond in het blauw-wit. Ze herinneren zich de oprichting van de meisjestak in de jaren ’90 nog alsof het gisteren was, net als de jongens van het eerste in betere tijden. En ja — ze weten precies wie de boel ooit recht hield. Soms met harde woorden, altijd met hart voor de zaak.
Dat ze er zondag weer stonden — ondanks stramme benen, longen die niet meer meewerken en het feit dat hun vaste parkeerplek bij de Kop aan de Warandelaan door het bestuur is opgeofferd voor ‘iets anders’ — zegt alles. Nu moeten sommigen honderden meters verder lopen. Geen enkele moeite voor jonge benen, maar wél voor een trouwe TSC’er van 91 met een rollator. En toch staan ze er weer. Natuurlijk. Want deze mannen horen bij TSC. Meer dan menig ontbrekend beleidsplan of ingehuurd adviesrapport. Ze zijn het geheugen van de club, haar morele kompas, haar nuchtere geweten. Zonder hen zou het stil zijn achter het doel — en armer in de ziel van de vereniging.
Voor altijd: de mannen van de Kop aan de Warandelaan.
Niet meer op zondag. Maar nooit vergeten.