Het bijzondere talent van de eenrichtingscommunicatie

Het bestuur blijft weigeren om antwoorden te geven op de gestelde vragen. Ongelooflijk eigenlijk, maar het secretariaat heeft het waarschijnlijk veel te druk… Maar wil jullie niet de gestuurde email onthouden…

Beste bestuursleden van TSC,

Communicatie is toch een prachtig fenomeen, vinden jullie ook niet? Het is bijna poëtisch: één iemand zendt een boodschap, de ander ontvangt die, reageert, en voilà, een dialoog ontstaat! De zender wordt de ontvanger, de ontvanger de zender – ja, communicatie is werkelijk een tweerichtingsverkeer. Maar jullie zijn er ware meesters in gebleken om dit principe op een creatieve manier naar jullie hand te zetten.

Bij TSC lijken we een unieke, nieuwe communicatietechniek ontwikkeld te hebben: de eenrichtingscommunicatie. Ik zend, jullie ontvangen… en dan gebeurt er iets fascinerends. De boodschap lijkt als een frisse bries voorbij te gaan, zo licht dat hij ongemerkt over jullie hoofden strijkt, zoals een struisvogel die zijn kop diep in het zand steekt zodra het antwoord terug de andere kant op dreigt te komen.

Het voorbeeld van de communicatie over de training van de G-teamkeeper spreekt boekdelen. Wat mag wel, wat mag niet? Een vraag die blijft rondzingen als een echo, terwijl het antwoord zich ergens in de krochten van de bestuursmailbox lijkt te verstoppen. En het voetbaltechnisch plan? Ach, misschien is dat plan ook slechts een goedbedoelde luchtballon, die, zoals velen, helaas niet boven de horizon van de besluitvorming uitstijgt.

Het meest bewonderenswaardig is misschien wel de snelheid waarmee de boodschap die ik uitzend verdwijnt – alsof hij oplost in de woestijn, waar ik sta, roepend naar jullie, de mysterieuze struisvogels, die stevig blijven vasthouden aan hun beproefde strategie van ‘horen, zien, en vooral niet spreken’. Alleen is deze woestijn gevuld met zoveel tegenwind dat mijn woorden blijkbaar niet de juiste richting bereiken.

En in levende lijve weet het bestuur mijn aanwezigheid ook verrassend creatief te ontwijken. Als ik bij jullie in de buurt kom, zie ik plotseling bestuursleden met een ware flair voor wegduiken – het is bijna een kunstvorm. Maar ach, via telefoon of mail komt er gelukkig nog wel eens wat door. “Oei, Hermann-Otto heeft weer wat gedaan…” Ik hoor de boodschap al voordat hij volledig uitgedacht is.

Misschien moet ik er een feuilleton van maken, elke aflevering opnieuw gevuld met de spannende stilte tussen zender en ontvanger. Misschien vinden jullie dat wel een leuk idee? Tot die tijd, ik wacht rustig op een antwoord – of, zoals jullie dat zo prachtig hebben geperfectioneerd, op geen antwoord.

Met vriendelijke groet,

Hermann-Otto F. Israël